Dit voorbeeld is iets moeilijker dan de voorgaande voorbeelden. Je gebruikt hier een blokje met de naam ‘antwoord’. Dit blokje noemen we met een moeilijk woord een ‘variabele’. Het antwoord wat je geeft wordt in deze variabele opgeslagen. Je kunt deze variabele overal in je code opnieuw gebruiken. In het voorbeeld wordt het antwoord gebruikt om af te trekken van een ander getal (2). De uitkomst van deze rekensom (2-antwoord) bepaalt de snelheid waarmee je bacterie-kolonie groeit.
Mocht je programmeren interessant vinden, dan kom je de variabele nog heel, héél vaak tegen.